Herbeoordeling renteswaps, vraag uw bank naar de uitkomst

Herbeoordeling renteswaps, vraag uw bank naar de uitkomst

In deze blog besteden we aandacht voor de uitkomsten van het (tussen)rapport van de AFM over de herbeoordeling van renteswapdossiers door de banken. Ook geven we aan hoe u zelf eenvoudig kunt vragen naar de uitkomsten van de herbeoordeling van uw eigen rentederivaat.

AFM rapporteert over lopende herbeoordelingsproces door banken

De Autoriteit Financiële Markten (AFM) heeft eind maart een (tussen)rapport gepubliceerd over rentederivaten. Het betreft de bevindingen van de AFM ten aanzien van de door de banken uitgevoerde herbeoordelingen van de rentederivaten bij het niet- professionele MKB. Hoewel de AFM constateert dat de banken niet voldaan hebben aan hun toezeggingen en voorts blijkt dat de kwaliteit van de beoordelingen vaak nog te wensen over laat, is de AFM redelijk gematigd in haar oordeel.

Voortgang herbeoordelingen

Met betrekking tot de voortgang van de banken, constateert de AFM dat de banken verder hadden moeten en kunnen zijn. De banken hadden eerder de ambitie uitgesproken om eind 2014 de herbeoordeling van alle op 1 april 2014 nog lopende contracten afgerond te hebben. Uit het rapport blijkt dat de banken slechts 15% gerealiseerd hebben.

Daarnaast hadden de banken toegezegd dat zij eind 2014 in ieder geval de herbeoordeling van alle op 1 april 2014 nog lopende contracten van kwetsbare klantgroepen afgerond zullen hebben. Onder kwetsbare klantgroepen vallen:

• MKB-ondernemingen met overhedge (hoogte en/of looptijd van derivaat komen niet overeen met het krediet)
• MKB-ondernemingen die vallen onder het bijzonder beheer van banken
• MKB-ondernemingen met complexe rentderivaten.

De AFM constateert dat de banken hun toezegging niet nagekomen zijn. Op 31 december 2014 was nog maar 55% van deze dossiers herbeoordeeld. De reden hiervan is dat de kwaliteit van de herbeoordelingen aanvankelijk te wensen overliet en de AFM bij heeft moeten sturen. De AFM geeft in haar rapport aan dat de herbeoordeling van de kwetsbare groepen nu in het eerste kwartaal van 2015 afgerond zullen zijn.

Kwaliteit herbeoordeling

De AFM heeft steekproeven gedaan bij de banken om de kwaliteit van de herbeoordeling te toetsen. Daaruit bleek dat slechts 40% van de herbeoordelingen goed waren. Met betrekking tot de overige herbeoordelingen waren verbeteringen nodig. Bij 39% van alle dossiers betrof het kleine verbeteringen en bij 20% waren die dusdanig dat het hele dossier opnieuw herbeoordeeld diende te worden.

Bevindingen van de banken

Wat hebben de banken nu zelf geconstateerd bij hun herbeoordelingen? Uit de rapportage blijkt dat de banken in 43 % (!) van de door hen herbeoordeelde dossiers “bevindingen” hebben geconstateerd. Een bevinding is elke afwijking van de bestaande wettelijke normen, kortom een fout. Het betreft een dermate hoog percentage dat het vermoeden bevestigd wordt dat er bij de totstandkoming van heel veel rentederivaten het nodige fout gegaan is.
Oplossingen

Hier constateert de AFM dat het aantal oplossingen dat de banken aan klanten hebben geboden, nog zeer beperkt is. Achterliggende reden is dat de meeste banken eerst de inventarisatie af willen hebben, om daarna met oplossingen te komen. Hierdoor zouden ze voorkomen dat door voortschrijdend inzicht verschillen in oplossingen ontstaan.
Communicatie door banken

De AFM schrijft “MKB-ondernemingen mogen duidelijkheid verwachten over het proces en de uitkomsten van de herbeoordeling”. Voorst schrijft zij “De AFM vindt dat de klanten uiteindelijk allemaal een schriftelijke bevestiging moeten krijgen van de uitkomsten van de herbeoordeling van hun derivaat (of derivaten)”.

Er is op dit moment geen eenduidige lijn die de banken hanteren bij het informeren over het proces en de uitkomsten van de herbeoordeling. Sommige banken geven op hun site algemene informatie over het proces. Met betrekking tot de communicatie naar de individuele klanten over hun dossier loopt de handelswijze van de banken uiteen. Veelal lijken banken dit te koppelen aan hun jaarlijkse gesprek met de klant. Soms ook laten banken het afhangen van de bevindingen uit de herbeoordeling.

U had op 1 april 2014 nog een rentederivaat lopen. Wat betekent dit nu voor u?

Uitgaande van wat de banken verklaard hebben, zijn op dit moment alle rentederivaten die op 1 april 2014 nog liepen en betrekking hebben op MKB-ondernemers uit de kwetsbare klantengroepen herbeoordeeld. Behoort u tot de kwetsbare groepen (had u op 1 april 2014 een rentederivaat en was er sprake van of overhedge, of viel u onder bijzonder beheer, of had u een complex rentederivaat), dan is ook uw rentederivaat – als het goed is – herbeoordeeld.

De vraag is dan natuurlijk wat de banken met hun bevindingen gaan doen. Het is voor u uiteraard van belang om te vernemen wat er uit die herbeoordeling gekomen is. Niet alleen om te weten wat de banken in uw situatie geconstateerd hebben en welke oplossing zij willen bieden, maar ook om te zien of de herbeoordeling op correcte wijze tot stand gekomen is en ook tot de juiste conclusies geleid heeft. Gezien de constatering dat slechts 40% van de herbeoordelingen direct juist waren, is het zeker zaak om daar als betrokken MKB-ondernemer goed de vinger aan de pols te houden. Nu er geen eenduidige en heldere handelswijze is waarop de bank hierover met de klanten communiceren, is het raadzaam om zelf uw bank te vragen naar de uitkomsten.

Via deze link vindt u een conceptbrief waarmee u zelf uw bank kunt verzoeken om u te informeren over de uitkomsten van de herbeoordeling. Op deze wijze verkrijgt u informatie waar u naar onze mening recht op heeft. Niet alleen omdat de AFM dit vindt of omdat dit eenvoudigweg verwacht zou mogen worden van een redelijk handelende bank, maar ook omdat dit in lijn is met de gedachte achter artikel 843a Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (de onder juristen bekende “exibitieplicht”).

Ook als u niet tot de kwetsbare groepen behoort zal de bank dit jaar tot herbeoordeling van uw rentederivaat overgaan. Ook dan u kunt deze conceptbrief gebruiken om opheldering te krijgen over de herbeoordeling van uw rentederivaat. Het antwoord van de bank kan dan zijn dat uw derivaat nog niet herbeoordeeld is. Volgens het AFM rapport hebben vijf banken aangegeven dat alle herbeoordelingen van op 1 april 2014 nog lopende rentederivaten medio 2015 afgerond zijn. Bij één bank zou dit doorlopen tot eind 2015. In dat geval bent u in ieder geval op de hoogte van de stand van zaken met betrekking tot de herbeoordeling van uw rentederivaat en kunt u een vinger aan de pols houden.

Uw rentederivaat was voor 1 april 2014 al afgewikkeld. Wat kunt u doen?

Tot nu toe beperkt de herbeoordeling zich tot rentederivaten die nog liepen op 1 april 2014. Uit het rapport van de AFM blijkt dat de AFM graag wil dat banken ook gaan kijken naar reeds eerder beëindigde rentederivaten. De AFM zal met de banken gaan praten over de wijze waarop deze contracten bij de herbeoordeling betrokken kunnen worden. Op zich een stap in de goede richting. Het handelen van de banken in het verleden met betrekking tot rentederivaten en waarbij niet-professionele cliënten betrokken waren (onder andere dus vele MKB-ondernemers) geeft aanleiding om ook de zaken die zich al langer in het verleden afgespeeld hebben kritisch te beoordelen. Ook indien uw rentederivaat dus al afgelopen was vóór 1 april 2014, kunt u de conceptbrief sturen aan uw bank. Afwijzingen van dat verzoek kan vervolgens interessant zijn om de AFM opmerkzaam te maken op de (maatschappelijke) behoefte om het onderzoek een grotere reikwijdte te geven dan die tot nu toe heeft.

Reactie van uw bank?

Mocht u naar aanleiding van uw brief een reactie van uw bank krijgen, dan zijn wij uiteraard zeer benieuwd naar de inhoud van die reactie. Wij stellen iedere vorm van terugkoppeling daarover zeer op prijs. Die terugkoppeling kan vervolgens weer dienen als input voor de AFM.

Tenslotte een waarschuwing: Let op klachtplicht en verjaring.

Hierbij nog een enkel woord nog over verjaring. In dit soort zaken is een veelgehoord verweer van de bank, dat de klant te laat geklaagd heeft of dat zijn vordering verjaard is. Voor wat betreft uw verplichting om binnen een redelijke termijn te klagen, bestaan er geen heldere termijnen. Wanneer de klachtplicht begint en wat een redelijke termijn is waarbinnen er geklaagd moet worden, hangt af van alle omstandigheden van het geval. De consequenties van te laat klagen is echter wel het verlies van alle rechten. De verjaringstermijn in deze zaken begint op het moment dat de klant bekend is met de schade. Vanaf dat moment gerekend verjaart uw vordering na 3 jaar (als u zich op dwaling beroept) en na 5 jaar (als u uitgaat van wanprestatie door de bank).

U begrijpt dat het moment waarop u ontdekt heeft dat u schade geleden heeft van groot belang is. Wij raden u dan ook aan om, indien u actie wilt ondernemen, tijdig advies in te winnen bij een deskundig adviseur, om te voorkomen dat de bank een terecht beroep kan doen op het verlopen van de klachttermijn of verjaring.

Heeft u naar aanleiding van het bovenstaande vragen, of wilt u bijvoorbeeld naar aanleiding van de uitkomsten van de herbeoordeling door de bank samen met ons uw positie inschatten, dan kunt u contact opnemen met Rik Harmsen (030 – 693 45 52) of Sander Goldman (030 – 693 45 50).

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd.